De NPCF vindt het onvoorstelbaar en onverantwoord dat nog steeds niet alle ziekenhuizen voor honderd procent veiligheidsprotocollen naleven rond operaties. Directeur Wilna Wind: ‘Die richtlijnen om een operatie veilig te laten verlopen zijn niet nieuw. Er is geen excuus voor ziekenhuizen om dat niet te doen.’ Uit het gisteren verschenen boek “Hadden ze maar geluisterd” blijkt dat communicatie tussen medici en patiënt slecht is. Patiënten hebben zelf ook een belangrijke rol bij het veiliger maken van de zorg.
Medicatieveiligheid
Uit het IGZ-rapport dat afgelopen donderdag werd gepubliceerd, blijkt dat in vijf jaar tijd de kwaliteit van de operatieve zorg in Nederlandse ziekenhuizen aantoonbaar is verbeterd, maar nog niet op het gebied van de medicatieveiligheid en het preoperatieve traject.
Minder dan de helft
Zowel de Orde van Medisch Specialisten (OMS) als de NVZ vereniging van ziekenhuizen zijn blij met de resultaten, maar de NPCF vindt dat zeer voorbarig: ‘Minder dan de helft van de door de IGZ bezochte operatiekamers scoorde voldoende tot goed op communicatie en overdracht. De medicatieveiligheid was slechts in 27 procent van de operatiekamers voldoende tot goed. Er bleek in 57 procent van de ziekenhuizen geen dubbelcheck bij het klaarmaken en toedienen van medicijnen te worden uitgevoerd. Van alle medische fouten vindt 62 procent plaats rondom de operatie.’
Patiënt
In het boek “Hadden ze maar geluisterd” wordt duidelijk dat niet alleen artsen en verpleegkundigen een rol hebben bij de verbetering van de veiligheid, maar ook patiënten zelf. Het boek is een oproep aan zorgverleners om vaker en beter te luisteren en de patiënt uit te nodigen bij te dragen aan zijn eigen veiligheid. Wilna Wind: ‘De patiënt kan meer zijn rol pakken, en de dokter moet die ruimte ook geven.’
Praktische tips
De lezer krijgt praktische tips hoe hij zelf kan bijdragen aan de verbetering van de communicatie en aan de veiligheid van de zorg. Bijvoorbeeld door zich goed voor te bereiden op een behandeling en te weten wat hem te wachten staat. Door een dokter volledig te informeren over de klachten, door vragen te stellen en door tijdig aan de bel te trekken als iets anders gaat dan verwacht. (Zorgvisie – Carolien Stam / foto: ANP Valerie Kuijpers)
Lees meer
Aantal doden door medische missers moet omlaag
Huisartsen en medisch specialisten onder één dak
Centramed lanceert film over omgaan met medische missers
Toen ik het verhaal van dhr. Zwier las dacht ik, ‘wat een brood etende profeet’. De verpleegkundige heeft wel praktijkervaring. Van patienten hoor ik dat zij het een gelijkwaardige partner zijn niet kunnen in stressvolle omstandigheden, niet zijn maar ook niet durven t6e zijn en de specialist te jakkert en jaagt. Daar schort het vaak ook aan een adequaat zelfmanagement. Wees zelf patient bij een voor jou wildvreemde arts, dan wordt het duidelijk. Ik ben benieuwd hoeveel tijd voor overleg en informatie met/aan een patient is opgenomen in een dbc en hoeveel daarvan wordt gedaan.
@Zwiers. U schrijft:
…. de ondersteuning van zorgverleners op het gebied van educatie en training van specifieke zelfmanagement ondersteunende vaardigheden. Daar ben ik het mee eens. Maar u haalt niet aan dat een patiënt het ziekenhuis overwegend als zeer stressvol ervaart. Bovendien, door de steeds kortere tijdspanne van pre-, peri- en postoperatieve zorg zijn er nog maar weinig momenten om echt in gesprek met de patiënt te gaan. Tot slot, zorgverleners hebben vanwege de kortere opnameduur per patiënt een verhoogde kans om te maken te krijgen met een vitaal bedreigde patiënt. Op zo’n moment staat stabilisatie van vitale functies voorop, en niet het zelfmanagement van de patiënt.
Het sleutelbegrip is en blijft zelfmanagement. In het Generiek Model zelfmanagement komt duidelijk naar voren dat partnerschap, communicatie, vertrouwen en respect centrale begrippen zijn. Onder zorgverleners is zelfmanagement inmiddels een bekent begrip, echter de praktische toepassing van zelfmanagement en zelfmanagement ondersteuning in de praktijk blijkt vaak nog een struikelblok. Op het moment dat je als zorgverlener in staat bent om je patient te ondersteunen in zijn zorgproces, in plaats van de van oudsher meer paternalistische benadering te voeren, verbeterd de communicatie en het vertrouwen. Dit is vervolgens de basis voor goed partnerschap, elk zorgtraject is namelijk onderhevig aan een gezamenlijke component die op dit moment nog steeds te weinig voor het voetlicht komt. Dus dat de patient daarin een rol heeft is duidelijk, maar we kunnen daarbij niet voorbij gaan aan de ondersteuning van zorgverleners op het gebied van educatie en training van specifieke zelfmanagement ondersteunende vaardigheden.